In 2016 heeft EIS kenniscentrum Insecten een inventarisatie uitgevoerd van de bijen van het Nationaal Park Dwingelderveld op verzoek van Natuurmonumenten. Hierbij zijn 10 deelgebieden geïnventariseerd die in 2000 ook zijn onderzocht, daarnaast zijn nog 5 aanvullende deelgebieden meegenomen. Het doel was om de diversiteit van het gebied in kaart te brengen, en in mindere mate een vergelijking te trekken met de resultaten van de vorige inventarisatie. Aanvullend werd gevraagd om een analyse van de eventuele impact van voedselconcurrentie tussen honingbijen en wilde bijen. Het Dwingelderveld heeft een rijke en bijzondere bijenfauna. Tijdens de inventarisatie zijn maar liefst 87 soorten wilde bijen aangetroffen. De meest bijzondere zijn: tormentilzandbij Andrena tarsata (Rode Lijst: ernstig bedreigd), heidehommel Bombus humilis (Rode Lijst: bedreigd) en de zeldzame zadeldwergzandbij Andrena falsifica. Daarnaast zijn nog de volgende bijzondere soorten aangetroffen, allemaal in de categorie bedreigd; kruiskruidzandbij Andrena denticulata, bruinsprietwespbij Nomada fuscicornis, sporkehoutzandbij Andrena fulvida en de volgende soorten die allemaal in de categorie kwetsbaar staan; donkere wilgenzandbij Andrena apicata, heidezandbij A. fuscipes, variabele zandbij A. varians, veenhommel Bombus jonellus, ranonkelbij Chelostoma florisomne, geelschouderwespbij Nomada ferruginata, smalbandwespbij N. goodeniana, roodharige wespbij N. lathburiana, vroege wespbij N. leucophthalma en gehoornde metselbij Osmia cornuta. Verder nog een soort uit de categorie gevoelig; brilmaskerbij Hyalaeus dilatatus en de zeldzame Rinks maskerbij H. rinki. Drie karakteristieke soorten die in eerdere jaren en ook tijdens de vorige inventarisatie wel zijn waargenomen zijn dit jaar niet aangetroffen: Noordelijk klaverzandbij Andrena intermedia (Rode Lijst: gevoelig), heidekegelbij Coelioxys conica (Rode Lijst: bedreigd) en ericabij Megachile analis (Rode Lijst: kwetsbaar). Mogelijk is dat te wijten aan het slechte weer in de zomer, maar het is ook mogelijk dat de soorten inmiddels verdwenen zijn.In dit rapport worden de verschillende deelgebieden afzonderlijk besproken. Waarbij de bijzondere soorten worden vermeld en, indien relevant, een vergelijking wordt gemaakt met de vorige inventarisatie, tevens worden eventuele knelpunten benoemd en suggesties gegeven voor het beheer.Er is een analyse gemaakt van de mogelijke impact van de geplaatste honingbijenkasten op de wilde bijenfauna. Hierbij is inzichtelijk gemaakt hoe ver de reikwijdte is van de verschillende punten waarop bijenkasten staan, en waar die eventueel het beste verplaatst kunnen worden.Als laatste worden kort en enkele beheeraanbevelingen gegeven aan de hand van de twee aspecten die van belang zijn voor wilde bijen: nestgelegenheid en voedselbeschikbaarheid.Voor vier soorten geldt dat de provincie Drenthe een bijzondere verantwoordelijkheid heeft voor hun voortbestaan in Nederland aangezien deze soorten vrijwel uitsluitend nog in deze provincie voorkomen en waarbij het Dwingelderveld een sleutelpositie inneemt: tormentilzandbij, heidehommel, zadeldwergzandbij en donkere klaverzandbij (welke dit jaar niet is aangetroffen).