Beheerplan vliegend hert Springendal en Dal van de Mosbeek 2016 – 2021

|
Auteurs: Smit J.T.
|
Rapportnummer: EIS2016-01
Delen via:

Deze rapportage is uitgevoerd in het kader van het N2000 gebiedsproces Springendal – Dal van de Mosbeek. Het gebiedsproces heeft als doel om de stikstofgevoelige habitats en habitatsoorten in het gebied te beschermen, te behouden en te versterken. Naast habitats als alluviale bossen en droge heide betreft dit ook een aantal soorten. Deze gebiedsuitwerking betreft de samenwerking tussen de terreinbeheerders Landschap Overijssel, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten, waterschap Vechtstromen, Noaberkracht, provincie Overijssel en LTO Noord. Het vliegend hert komt van oudsher voor in de omgeving van Mander. De popula- ties bevinden zich voornamelijk in het westelijke deel van het Natura-2000 gebied Springendal en Dal van de Mosbeek, met enkele populaties daarbuiten, zoals rond het dorp Vasse. Hezingen lijkt min of meer de oostgrens van het natuurlijke verspreidingsgebied aan te geven en ten oosten van het brongebied van de Mosbeek zijn geen waarnemingen van het vliegend hert bekend. De uitgevoerde maatregelen uit het vorige beheerplan (Smit & Krekels 2008) beginnen hun vruchten af te werpen, er is een duidelijk verdichting van het aantal waarnemingen ronde de kernpopulaties te zien, evenals een voorzichtige uitbreiding vanuit deze kernpopulaties. Het verdient aanbeveling de maatregelen zoals deze in het vorige plan zijn aangegeven voort te zetten, zeker waar het het onderhoud van de diverse eiken houtwallen betreft. Bij de herinrichting van de grote Manderheide, zoals voorgesteld in het streefbeeld, dient nadrukkelijk rekening gehouden te worden met het vliegend hert. In het streefbeeld worden de oude boskernen behouden, evenals het akkercomplex inclusief de bijbehorende houtwallen in het noordoosten van het gebied (hier onderdeel van het deelgebied Manderstreu) en ook waardevolle groepen oude bomen worden behouden. Dit alleen is voor het vliegend hert vermoedelijk niet voldoende. Al deze geschikte (potentiële) voortplantingsgebieden zouden idealiter ook onderling verbonden moeten worden, omdat het vliegend hert lijnvormige elementen gebruikt om zich langs te verplaatsen, open gebied vermijden ze het liefst. De grote hoeveelheid aan kleine houtwallen die verspreid over het hele terrein voorkomen zijn uitermate geschikt om al deze gebieden met elkaar te verbinden, waarmee tevens een stukje cultuurhistorie bewaard blijft. Een andere zorg is de isolatie van de populaties buiten het N2000 gebied, zoals in het dorp Vasse, maar ook in het tussenliggende gebied tussen Mander en Vas- se. Groot probleem hier is het gebrek aan houtwallen. Deze zijn in de loop van de tijd verdwenen of beperkt en versnipperd bewaard gebleven, zoals ook al in het vorige beheerplan aangegeven. Dit is een belangrijke beperking voor het vliegend hert, aangezien deze vrijwel uitsluitend lijnvormige elementen gebruiken om zich langs te verplaatsen. Daarnaast kunnen de houtwallen ook ingericht om zelf te dienen als voortplantingsgebied voor het vliegend hert.

BEKIJK OOK EENS