Dit rapport behandelt de onderzoeksopzet en de resultaten van het zesde jaarwaarin het voorkomen van boktorren van het genus Monochamus is geïnventariseerd.Naar aanleiding van enkele vondsten van de boktor in het noordelijk deel van België werden dit jaar dennenbossen langs de grens met dit land bemonsterd.Er werden azijnzuurvallen opgehangen in Zeeuws-Vlaanderen, Noord-Brabant,Midden-Limburg en Zuid-Limburg. Er werden geen Monochamus-soortengevangen op deze locaties en het is niet aannemelijk dat er een populatie van Monochamus in de onderzochte bossen langs de Belgische grens is.De NVWA heeft ook in 2014 azijnzuurvallen opgehangen op risicolocaties, veelal bedrijven waar veel verpakkingshout wordt gebruikt. Ook hier zijn geen boktorren van het genus Monochamus gevangen. Er werden echter wel drie potentieel invasieve exoten gevangen: Trichoferus cf campestris (Cerambycidae), Berginus tamarisci (Mycetophagidae) en Cryptophilus obliteratus (Erotylidae). De eerste soort is nuvoor het tweede opeenvolgende jaar in Nederland gevonden tijdens de monitoring;de andere twee soorten zijn nog niet eerder voor Nederland gemeld.Daarnaast heeft in de bekende populatie van Monochamus galloprovincialis in de Schoorlse Duinen een vergelijkend onderzoek plaatsgevonden met twee valtypen. De conclusie hieruit is dat het gebruik van α-pineen als extra lokstof bij de vallenzeer is aan te raden, omdat deze lokstof resulteerde in hogere vangsten van M. galloprovincialis en tevens kan zorgen voor een grotere aantrekking op andere Monochamus-soorten dan vallen waarin alleen het gebruikelijke Galloprotect 2D hangt, dat specifiek is ontwikkeld voor het lokken van M. galloprovincialis. Door deze bemonstering werd tevens duidelijk dat de populatie in de Schoorlse Duinen een aanzienlijke omvang heeft, want er werden in zes vallen maar liefst 214 individuen gevangen.