Urgent bedreigde typische ongewervelden in het NEM in 2013

|
Auteurs: Koese B., Smit J.T., Colijn E., Heijerman Th., Noordijk J., Kleukers R., Vorst O., Beentjes K.
|
Rapportnummer: EIS2013-12
Delen via:

Elk EU-land heeft, conform de verplichtingen die voortvloeien uit de habitatrichtlijn, de verantwoordelijkheid om te zorgen voor een gunstige staat van instandhouding van de verschillende habitattypen en (bijbehorende) soorten. Eens in de zes jaar rapporteren de lidstaten de staat van instandhouding van de soorten en habitats aan de EU. De afgelopen rapportageperiode liep van 2007-2012. In de voorliggende rapportage worden de gegevens gepresenteerd die verzameld zijn in 2012 en 2013 (met nadruk op 2013) ten behoeve van de rapportage aan de EU over de periode 2013-2018.
Naar alle vier de kevers van de habitatrichtlijn is in 2013 gericht onderzoek gedaan. Voor de vermiljoenkever Cucujus cinnaberinus werd een pilot uitgevoerd om te onderzoeken of de inventarisatie geoptimaliseerd zou kunnen worden met behulp van azijnzuurvallen. Voor de brede geelgerande waterroofkever Dytiscus latissimus werd de PCR-assay voorgezet, waarmee de soort in de toekomst mogelijk met behulp van ‘environmental-DNA’ (vrij, in het water zwevend DNA van de betreffende soort) gedetecteerd kan worden. Voor de gestreepte waterroofkever Graphoderus bilineatus werd voor het derde achtereenvolgende jaar het meetprogramma voor het trendonderzoek uitgevoerd. Voor het vliegend hert werd in 2013 een gerichte publieksactie uitgevoerd in het Rijk van Nijmegen.
Voor wat betreft de typische soorten is alleen voor de sprinkhanen (wrattenbijter Decticus verrucivorus en kleine wrattenbijterGampsocleis glabra) gericht veldwerk uitgevoerd.

BEKIJK OOK EENS