Subgroep
Kameelhalsvliegen zijn opvallende insecten wegens hun verlengde nek. In Nederland komen twee families voor, de Inocellidae en de Raphidiidae. Het zijn echte rovers die zich hoofdzakelijk voeden met bladluizen. De vrouwtjes hebben een zogenaamde legboor aan hun achterlijf, waarmee ze eitjes afzetten onder boomschors. De larven leven onder de schors, waar ze op jacht gaan naar insecten. In het voorjaar verpoppen de larven en vliegen de volwassen kameelhalsvliegen uit. Ze zijn voornamelijk te vinden in bosranden op zandgronden in de maanden april tot en met juni. Kameelhalsvliegen zijn verwant aan netvleugeligen (Neuroptera) en grootvleugeligen (Megaloptera).
Specialist: Daan Drukker
EIS
Kenniscentrum
Insecten
Postadres:
EIS Kenniscentrum Insecten
Postbus 9517
2300 RA Leiden
T: (+31) 071 7519314
Bezoekadres:
Darwinweg 2
2333 CR Leiden