Subgroep

Landplatwormen

Familie Geoplanidae

Terrestrische platwormen zijn afgeplatte, ongesegmenteerde wormen. Ze zien er glad en glibberig uit. De mond, tevens anus, zit aan de onderzijde van het lichaam. De dieren bewegen sloom. Inheemse soorten zijn 1 tot 3 cm lang en 0,2 tot 0,5 cm breed, exotische soorten zijn meestal langer: 8 tot 12 cm, bij uitzondering nog langer tot wel 50 cm lang. De kop van sommige (exotische) landplatwormen is halvemaanvormig of heeft een breed, stomp uiteinde. Landplatwormen kunnen verward worden met naaktslakken, regenwormen en bloedzuigers. Naaktslakken zijn te herkennen aan het dikkere lichaam, de tentakels vooraan de kop waar de ogen op staan en het mantelschild achter de kop. Bij regenwormen en bloedzuigers is het lichaam duidelijk gesegmenteerd, terwijl platwormen glad zijn. Bloedzuigers hebben bovendien een zuignap aan beide uiteinden van het lichaam en zijn in onze streken alleen in het water te vinden.

Roy Kleukers

Specialist: Sytske de Waart

E: sytske.dewaart@naturalis.nl

Levenswijze

Landplatwormen zijn carnivoor. Ze voeden zich met kleine landslakken, maar ook met andere bodemorganismen zoals regenwormen en insecten(larven). Zelfs kannibalisme komt voor. Prooien worden opgespoord met chemoreceptoren in de kop. De prooi wordt omstrengeld en omgeven door een slijmerige excretie met verteringsenzymen, afgescheiden door de farynx zodat de buit opneembaar wordt gemaakt. Omdat landplatwormen lichtschuw zijn en een hoge luchtvochtigheid nodig hebben, komen ze voor op donkere, koele, vochtige plaatsen (zoals oevers van meren, rivieren, beken, kanalen en sloten). Ze jagen als het donker is, en overdag verschuilen ze zich onder stenen, planken, omgevallen boomstammen, rottend hout en -blad, houtblokken, puin, struiken, en stukken plastic. In tuinen zitten ze vaak onder bloempotten en stukken plastic, onder houten- of stenen tuinschuttingen, in de composthoop of bij voerbakken van huisdieren.


De soorten van Nederland

Platwormen komen in Nederland vooral voor in zoet water, maar er zijn vier soorten van landbiotoop bekend. Deze zijn onderbemonsterd. De donkere landplatworm is een kleine inheemse landplatworm (1-3,5 cm), grijs tot zwart met een witte kruipzool. De kop is stomp afgerond, zonder duidelijke ogen. Lijkt in Nederland niet zeldzaam in vrij vochtige biotopen, verspreid over het land. De manier van voortbewegen is hier te zien. De tweelijnige landplatworm is een kleine, inheemse slanke soort (1,5-2 cm), grijsbruin, met twee donkere lengtestrepen over het lichaam en een donkere vlek midden boven op het lichaam; onderzijde lichter. De kop is spits met twee duidelijke zwarte ogen. Er zijn weinig vindplaatsen in Nederland. Recent zijn nog twee Microplanas in Nederland ontdekt die al langer bekend waren uit andere Europese landen. De kleine kaki landplatworm lijkt erg op de donkere landplatworm, maar is egaal kakikleurig (ook de onderkant) en heeft twee ogen vooraan de kop. Scharffs landplatworm kan 2,5 tot 9 cm lang worden. De kleur is afhankelijk van wat het dier eet en kan variëren van crème, geel, roze tot grijzig. Twee kleine ogen zitten vooraan de kop.


Opmars van exoten

De laatste jaren duiken steeds vaker exotische landplatwormen op in Europa, vooral in kassen en tuincentra, maar sommige kunnen ook buitenshuis overleven. Exotische landplatwormen worden met potplanten naar Europa vervoerd. Sommige van deze dieren zijn vraatzuchtig, verspreiden zich snel, worden tot 50 cm lang en zijn moeilijk te bestrijden. Een aantal soorten heeft vooral regenwormen op het menu, en kunnen daarmee een bedreiging vormen voor de bodemkwaliteit, in de natuur, maar ook in de landbouw. In Nederland hebben zich tot nu toe de zes onderstaande soorten gevestigd. Al deze soorten zijn ook al aangetroffen in een groot aantal andere Europese landen.

De grote Australische geelstreep (Caenoplana variegata) werd in 2014 gefotografeerd in een tuin in Castricum. Vanaf 2017 dook hij in 41 andere tuinen en in 6 kassen in Nederland op. Deze worm kan tot 12 centimeter lang worden.

De blauwgevlekte landplatworm (Marionfyfea adventor) is een kleine soort die pas in 2012 werd beschreven, op basis van dieren uit Nederland. Vanaf 2020 werd hij op elf andere locaties gevonden. Deze worm komt van oorsprong waarschijnlijk uit Nieuw-Zeeland.

In 2020 werden in een tuin in Amsterdam Noord grote hoeveelheden van de kleine Australische tweestreep (Parakontikia ventrolineata) gevonden, en is sindsdien in een kas gevonden, en in vier tuinen in Nederland. Ook deze lijkt te kunnen aarden in ons klimaat. Hij komt oorspronkelijk uit Australië.

De grote gevlekte landplatworm (Obama nungara) is een exoot uit Zuid Amerika die in Nederland voor het eerst in 2020 in twee tuincentra gevonden is. Deze exoot doet het bijzonder goed in ons klimaat: hij is al op 90 locaties gevonden, soms met tientallen tegelijk.

De meerlijnige hamerhoofdplatworm (Diversibipalium multilineatum), oorspronkelijk uit Japan, dook in 2021 in een tuin in Aagtdorp op, en bleek daar de winter te kunnen overleven, want hij werd ook in 2022 en 2023 in dezelfde tuin gevonden. Een tweede vondst was in Aagtdorp in 2022, waar hij ook weer in 2024 opdook.

Platwormen uit het Anisorhynchodemus-geslacht zijn in Nederland in 2020 voor het eerst aangetroffen in kassen in Rotterdam, Amsterdam (Apenhuis Artis) en Arnhem. In de jaren erna dook hij op 13 andere plekken op, niet alleen in kassen maar ook in tuinen, en in één geval in een terrarium waar hij tot een ware plaag was uitgegroeid.  Het is een collectieve groep met wereldwijde verspreiding.

Naast deze zes zijn er nog acht soorten in kassen gevonden, maar dat is waarschijnlijk het topje van de ijsberg:

De hamerhoofdplatworm (Bipalium kewense) met zijn opvallende driehoekige kop komt oorspronkelijk uit Zuid Oost Azië. Deze soort is in 1912 al in de kas van de Hortus Botanicus in Amsterdam aangetroffen, en daarna met tussenpozen in andere kassen in Artis, Leiden en Utrecht. In 2021 werd een groot exemplaar (15 cm) in een kas in Emmen gevonden.

De blauwe tuinplatworm (Caenoplana coerulea) met een (fel)blauwe onderkant werd in 2018 en 2019 in een kas in Nijmegen aangetroffen. De jaren erna werd hij in kassen in Emmen, Luttelgeest, Kwadendamme, Waarland, Rotterdam en Arnhem gevonden. Onbekend is of hij ook buiten de kas kan overleven.

De Indonesische veelstreep (Caenoplana cf micholitzi) is in Nederland alleen in een kas in Arnhem gevonden, in 2020 en 2021. Er zijn geen aanwijzingen dat de soort zich verder verspreidt over de wereld. Komt oorspronkelijk uit Indonesië (Tanimbar eilanden).

Platwormen uit het Dolichoplana-geslacht zijn voor het eerst in Nederland in 2020 aangetroffen in kassen in de Hortus Botanicus in Amsterdam, en in een kas in Arnhem. Daarna volgden kassen in Rhenen in 2021 en in Overloon in 2023. Dolichoplana-soorten komen uit de Indo-Maleisische regio, en hebben zich wereldwijd verspreid.

Gelijkend op de blauwe tuinplatworm, maar bleker van kleur is de lichtblauwe tuinplatworm (Caenoplana decolorata). Nederland had de Europese primeur in 2023, toen deze exoot in een kwekerij in Boskoop werd gevonden. De jaren daarna bleek hij er nog steeds te zitten. Het is onduidelijk of deze soort zich buiten de kas kan handhaven.

Nederland had nog een primeur in 2023, toen voor het eerst in Europa de grote bruine tuinplatworm (Obama anthropophila) in een kas in Melderslo werd gevonden. Deze vrij grote platworm (tot 7 cm) komt net als zijn naaste familielid de grote gevlekte landplatworm uit Zuid Amerika. Deze Obama-soort is niet gevlekt, maar egaal bruin met een lichtbruine onderkant.

Een soort uit het Kontikia geslacht en een soort uit het Caenoplana geslacht werden gemeld vanuit terraria in Amersfoort en Noorden. Daar kwamen ze in grote hoeveelheden voor, en concurreerden met het voer voor de terrariumbewoners (kikkers en hagedissen). De laatste soort (Caenoplana sp.) is bekend uit Australië, Noord Amerika, de Nederlandse Caribische eilanden en een kleine Afrikaans eiland (São Tomé). Hij heeft al wel een Engelse naam (brown striped flatworm) maar hij is tot nu toe niet beschreven, omdat er nog geen geslachtsrijp exemplaar gevonden is. En landplatwormen moeten beschreven worden aan de hand van hun geslachtsapparaat.


Filmpjes Roy Kleukers

Donkere landplatworm

Blauwe tuinplatworm

Grote Australische geelstreep

Dolichoplana sp.

Exotische platworm

Kleine Australische tweestreep

Blauwgevlekte landplatworm

Grote gevlekte landplatworm

Anisorhynchodemus sp.

Blauwe tuinplatworm

Meerlijnige hamerhoofdplatworm