Subgroep
Zweefvliegen vertonen een grote variatie aan lichaamsvormen en kleurpatronen. Zo zijn er slanke, kale zweefvliegjes met een ingesnoerd achterlijf en bolle, sterk behaarde soorten, die lijken op een hommel. Als frequente bloembezoekers zijn ze na de bijen de belangrijkste groep bestuivers. Ze danken hun naam aan hun vermogen om met razendsnel bewegende vleugels stil te hangen in de lucht. De larven zijn in te delen in heel verschillende groepen: zo zijn er bladluiseters, waterbewoners, parasieten van hommels en wespen en soorten met sterke kaken waarmee ze in dood hout knagen. Uit de in 2024 verschenen Rode Lijst blijkt, enigszins verrassend, dat zweefvliegen net als bijen sterk achteruit gaan. Uit Nederland zijn ruim 300 soorten zweefvliegen bekend.
Specialist: Wouter van Steenis
EIS
Kenniscentrum
Insecten
Postadres:
EIS Kenniscentrum Insecten
Postbus 9517
2300 RA Leiden
T: (+31) 071 7519314
Bezoekadres:
Darwinweg 2
2333 CR Leiden